
Deel 2: formules, adressen en validatie
1. Eenvoudige formules: (operatoren) (p. 57)
- functies invoegen/gebruiken: (vb. autosom)
- gebruik van de functiebibliotheek
Formules vormen samen met functies de bouwstenen van een rekenblad. Elke formule en functie begint met een gelijkheidsteken. Je kan de volgende rekenkundige operatoren gebruiken:
+ optellen
- aftrekken
* vermenigvuldigen
/ delen
^ machtsverheffen
% het percentage berekenen
Plaats je meer dan één operator in een formule, dan geldt de volgende prioriteit:
het percentage berekenen,
de machtsverheffing,
vermenigvuldigen en delen,
optellen en aftrekken.
Je kan de volgorde van uitvoeren wijzigen door haakjes te gebruiken. In een formule kunnen zowel getallen als celadressen voorkomen.
= 3+5*2 (resultaat is 13)
=(3+5)*2 (resultaat is 16)
2. Functies nesten: (p. 63-64)
- een functie in een andere functie gebruiken
3. Foutmeldingen (belangrijk!): (p. 65)
Indien je in een formule een foutmelding krijgt, moet je nagaan welke dit is. Daarom is het van groot belang dat je de betekenis achter deze foutmeldingen begrijpt!
- #DEEL/0!
- #GETAL
- #N/B
- #NAAM?
- #VERW!
- #WAARDE!
- ###########
4. Relatieve, absolute en gemengde adressering (p. 68-75)
Excel kent drie soorten celadresseringen: relatieve, absolute en gemengde. Deze soorten zijn vooral van belang als je de formules kopieert.
1/ Relatieve celadressering
Bij relatieve celadressering worden bij het kopiëren van formules de celadressen aangepast.
De formule =C1+C2 in de cel C3 betekent: bereken de som van de inhoud van de twee hierboven gelegen cellen.
Als je deze formule kopieert naar de cel E3 betekent dat de som van de inhoud van de twee hierboven gelegen cellen wordt berekend en wordt dus de formule =E1+E2. Kopieer je de cel C3 naar C10 dan wordt de formule in C10 =C8+C9.
2/ Absolute celadressering
Je gebruikt absolute adressering als je wilt dat Excel de waarden in een formule altijd op de dezelfde plaats zoekt, ongeacht waar je de formule naar kopieert of verplaatst. Excel geeft absolute adressering aan door het dollarteken voor de kolomletter en het rijnummer te plaatsen. Zo berekent de formule =$C$1+$C$2 altijd de som van de inhoud van de cellen C1 en C2 ongeachte in welke cel van het werkblad de formule staat.
Bij absolute adressering worden bij het kopiëren van de formules de celadressen NIET aangepast.
Een formule met absolute celadresseringen past zich wel aan als je ergens in het werkblad één of meerdere cellen die invloed hebben op de bedoelde reeks verwijdert, toevoegt of verplaatst. Bv.: de formule =$C$1+$C$2 verandert in de formule =C$3+$C$4 als je bovenaan twee nieuwe rijen invoegt.
3/ Gemengde celadressering
Een celadres kan ook gedeeltelijk absoluut en gedeeltelijk relatief zijn. Zo moet je in de formule =$C1+$C2 (in de cel C3) de kolommen als absoluut en de rijen als relatief beschouwen. Kopieer je de formule naar E3 dan blijft de formule ongewijzigd, maar kopieer je de formule naar C10 dan staat in C10 de formule =$C8+$C9, kopieer je ze naar F20 dan heb je de formule =$C18+$C19.
Wisselen tussen adresseringstype doe je met F4. (telkens je op F4 drukt, schakelt Excel over op het volgende adresseringstype)
5. Cellen benoemen en in functies gebruiken = namen beheren (p. 76-80)
5. De logische ALS-functie (p. 81)
= geeft een bepaalde waarde als resultaat als een voorwaarde die je hebt opgegeven, resulteert in WAAR. Als die voorwaarde resulteert in ONWAAR, geeft de functie een andere waarde als resultaat.
ALS (logische test_;waarde-als-waar;waarde-als-onwaar)
logische test: resulteert in waarde WAAR of ONWAAR
waarde-als-waar: is de waarde die wordt verkregen als logische_test WAAR is
waarde-als-onwaar: is de waarde die verschijnt als logische_test ONWAAR is.
Voorbeeld 1:
Stel dat B2:B3 de werkelijke uitgaven bevat voor januari en februari: 1500 en 500.
De cellen C2:C3 bevatten de voorspelde uitgaven in dezelfde periode: 900 en 900.
Je kan nu een formule schrijven om te controleren of u het budget voor een bepaalde maand hebt overschreden, waarbij u met de volgende formules tekst genereert voor een bericht:
ALS(B2>C2;"Boven budget";"OK") resulteert in Boven budget
ALS(B3>C3;"Boven budget";"OK") resulteert in OK
Voorbeeld 2
Stel dat je een Kwaliteitslabel wilt toekennen volgens onderstaande tabel.
Aantal fouten | Kwaliteitslabel |
0 | Top |
Van 1 tot en met 4 | Goed |
Meer dan 4 | Zwak |
Je kan hiervoor de volgende geneste ALS-functie gebruiken:
ALS(aantal_fouten=0;"Top";ALS(aantal_fouten<5;"Goed";"Zwak"))
- één logische test
- gecombineerde logische tests
- geneste ALS-functies
6. Datum en tijdfuncties (p. 85-86)
7. Gegevensvalidatie = controle van de invoer (p. 88)
8. Formules corrigeren (p. 91)