Deel 5: Grafieken maken

 

Grafiek = gegevens in een werkmap visueel voorstellen → cijfergegevens duidelijker en overzichtelijker!

 

= grafiek is een grafische voorstelling van de gegevens die in een werkblad staan.  Grafieken zijn een zeer belangrijk onderdeel van Excel omdat zij toelaten de relaties en trends in de gegevens visueel voor te stellen.

- waardeas (y-as, verticale as)

- categorieas (x-as, horizontale as)

 

Soorten grafieken:

a. kolomdiagrammen: wijzigingen van gegevens in een bepaalde tijdsperiode weergeven of vergelijken tussen items

- gegroepeerde kolom: vergelijkt waarden over categorieën. Dit type is ook beschikbaar met een 3D-effect.  In het volgende diagram ziet u hoe categorieën horizontaal zijn gerangschikt en waarden verticaal, om de variatie in de loop van de tijd te benadrukken.

- gestapelde kolom: toont de relatie van afzonderlijke items tot het geheel, waarbij de bijdrage van elk waarde aan een totaal over categorieën wordt vergeleken. Dit type is ook beschikbaar met een 3D-effect.

- 100% gestapelde kolom: vergelijkt het percentage dat elke waarde bijdraagt aan een totaal over categorieën. Dit type is ook beschikbaar met een 3D-effect.

- 3D-kolom: vergelijkt gegevenspunten langs twee assen. (bijvoorbeeld de verkoopresultaten in Europa over vier kwartalen vergelijken met de resultaten van twee andere divisies.)

 

b. staafdiagrammen: illustreert vergelijkingen tussen afzonderlijke items. (ook subtype gegroepeerd, gestapeld, 100% gestapeld)

- gegroepeerde staaf

- gestapelde staaf

c. lijndiagrammen: laat trends in gegevens zien met gelijke intervals.

- lijn: geeft trends weer over tijd of categorieën. Dit type is ook beschikbaar met markeringen voor elke gegevenswaarde.

- gestapelde lijn: geeft de trend weer van de bijdrage van elke waarde over tijd of categorieën. Dit type is ook beschikbaar met markeringen voor elke gegevenswaarde.

- 100% gestapeld: geeft de trend weer van het percentage dat elke waarde bijdraagt over tijd of categorieën. Dit type is ook beschikbaar met markeringen voor elke gegevenswaarde.

- 3D-lijn: lijndiagram met een 3D-effect.

 

d. cirkeldiagrammen: geeft de grootte weer van items die een gegevensreeks vormen, in verhouding tot de som van de items. Dit grafiektype geeft altijd slechts een gegevensreeks weer en is nuttig als u een significant element in de gegevens wilt benadrukken.

- cirkel: toont de bijdrage van elke waarde aan een totaal. Dit type is ook beschikbaar met een 3D effect.

- uitgelichte cirkelsegmenten: toont de bijdrage van elke waarde aan een totaal, waarbij de afzonderlijke waarden worden benadrukt. Dit type is ook beschikbaar met een 3D-effect.

- cirkel-van-cirkel: een cirkeldiagram waaruit door de gebruiker gedefinieerde waarden zijn geëxtraheerd, die vervolgens zijn gecombineerd tot een tweede cirkel. Je kan kleine cirkelsegmenten bijvoorbeeld beter zichtbaar maken door ze als één item te groeperen in een cirkeldiagram, en dat item vervolgens opsplitsen in een kleiner cirkel- of staafdiagram naast het hoofddiagram.

 

e. spreidingsdiagrammen: toont de relatie tussen de numerieke waarden in verschillende gegevensreeksen of zet twee groepen getallen uit als één reeks xy-coördinaten. Spreidingsdiagrammen worden vooral gebruikt voor wetenschappelijke gegevens.

 

f. vlakdiagram: geeft de trend van waarden weer over tijd of categorieën. Dit type is ook beschikbaar met een 3D-effect. Een vlakdiagram toont ook de relatie van onderdelen tot een geheel door de som van de uitgezette waarden weer te geven. Het  volgende vlakdiagram benadrukt bijvoorbeeld de gestegen verkoop in Nederland en illustreert de bijdrage van elke provincie aan de totale verkoop.

 

e. ringdiagrammen: worden gegevens in ringen weergegeven, waarbij elke ring een gegevensreeks vertegenwoordigt. In het  volgende diagram bijvoorbeeld geeft de binnenste ring inkomsten uit benzineheffingen aan en vertegenwoordigt de buitenste ring inkomsten uit onroerend-goedbelasting.

 

f. cilinder-, kegel- of piramidediagrammen: om een dramatisch effect te geven aan kolom-, staaf- en 3D-kolomdiagrammen.

 

1. Terminologie: (p. 132)

• reeksen
• reeksnamen
• categorienamen

 

2. De delen van een grafiek: (p. 133)

• grafiekgebied
• grafiektitel
• legende
• verticale as (waardeas)
• titel waardeas
• horizontale as (categorieas)
• titel categorieas
• tekengebied
• gegevensbalken
• maatstreepjes

 

3. Delen selecteren: (p. 134)

= het deel wat je wil aanpassen, moet je eerst selecteren

 

4. De grafiek aanpassen met de knop grafiekelementen (p. 134-139)

 

7. De grafiek aanpassen met de tab Ontwerpen (p. 140)

8. De grafiek aanpassen met de tab Indeling: (p. 141)

• groep huidige selectie: onderdeel in grafiek selecteren & andere opmaak geven
• groep invoegen: afbeelding, figuur of tekstvak invoegen
• groep labels: grafiektitel, astitel, legenda, gegevenslabel, gegevenstabel toevoegen/aanpassen
• groep assen: verticale & horizontale as aanpassen, rasterlijnen
• groep achtergrond: tekengebied, grafiekwand, grafiekbasis, 3D-draaiing
• groep analyse: grafiekgegevens analyseren vb. trendlijn toevoegen

 

9. De grafiek aanpassen met snelmenu: (p. 143)

 

10. De brongegevens van een grafiek wijzigen: (p. 144)

 

9. Een gecombineerde grafiek (niet in boek!)

 

Voorbeeld van een combinatiediagram (kolomdiagram & lijndiagram)

 

•   Download   dit bestand: Producten
• Vertrek van het werkblad ‘Producten’ en zorg voor een grafisch overzicht van de verkoopprijs/eenheid en de verkochte hoeveelheid per product: oplossing

 

10. Sparklines (grafiek in een cel): (p. 154)

• kleine grafiek in de achtergrond van een cel
• bedoeling: op compacte wijze een trend voorstellen