Deel 3: De opmaak van het werkblad

 

1. De opmaak van een werkblad: (p. 97-107)
 

  • kolombreedte & rijhoogte
  • getallen opmaken (celeigenschappen)
  • celinhoud uitlijnen
  • tekstdelen beklemtonen: kaders, lijnen, achtergrondkleur
  • opmaak kopiëren

 

2. Cellen beveiligen: (p. 107)

 

3. Voorwaardelijke opmaak!!: (p. 108-110)

 

Met voorwaardelijke opmaak kun je tekst, getallen, celachtergrond en randen verschillende opmaak toekennen die afhankelijk is van de celwaarden.  Voorwaardelijke opmaak is dynamisch: de opmaak verandert als de waarde in de cel wijzigt!

 

Voorwaardelijke opmaak wijzigt het uiterlijk van een cellenbereik op basis van een voorwaarde.  Als de voorwaarde waar is, wordt het cellenbereik opgemaakt op basis van die voorwaarde; als de voorwaarde onwaar is, wordt het cellenbereik niet opgemaakt op basis van die voorwaarde.

 

  • voorgedefinieerde opmaak
  • zelf regels voor opmaak instellen

 

Kleurenschalen, pictogramseries, gegevensbalken zijn visuele hulpmiddelen die verdeling en variatie van gegevens inzichtelijk maken. 

- een 2-kleurenschaaal helpt bij het vergelijken van een cellenbereik door een gradatie van twee kleuren te gebruiken.  De tint van de kleur geeft hogere of lagere waarden aan.  In een gele en rode kleurenschaal bijvoorbeeld, kun je opgeven dat hogere waarden een gelere kleur en lagere waarden een rodere kleur krijgen.

- een 3-kleurenschaal wordt gebruikt om de waarden van een cellenbereik te vergelijken.

- met een gegevensbalk kan je de waarde van een cel vergelijken met de waarde van andere cellen; de lengte van de gegevensbalk geeft de waarde in de cel aan; hoe langer de balk, hoe hoger de waarde en hoe korter de balk, hoe lager de waarde.

- met een pictogramserie kun je gegevens indelen in drie tot vijf categorieën, elk pictogram stelt een waardebereik voor.  In de pictogramserie 3 pijlen bijvoorbeeld geeft de opwaartse groene pijl de hogere waarden, de gele horizontale de middenwaarden en de neerwaartse rode pijl de lagere waarden aan.

 

4. Stijlen gebruiken: (p. 110)

 

5. Tekstvak: (p. 112)

 

6. Thema’s: (p. 112)